Onmisbare hulp voor het notariaat krijgt nieuwe editie: interview met André Michielsens


Als notaris of als notarieel medewerker hebt u nood aan de relevante wetgeving om uw cliënten te adviseren. Het gaat om zeer uiteenlopende wetten uit al even diverse bronnen. Het Notarieel wetboek bundelt al de wetgeving, decreten, ordonnanties, besluiten, verdragen en reglementen die nodig zijn in het notariaat. Het werk was een van de eerste themawetboeken en is intussen aan zijn 27e editie toe. Samensteller André Michielsens licht de blijvende relevantie van het Notarieel wetboek toe.
Deze editie 2020-2021 is al de 27e editie van het wetboek.
Wat zijn de nieuwigheden in deze editie? Waarom hebben notarissen deze geactualiseerde editie nodig?
Een jurist raadpleegt bij zijn werkzaamheden steeds eerst de wetgeving. Wij leven sedert meer dan twee eeuwen in een rechtssysteem waarin iedere opzoeking of raadpleging start met de consultatie van de wetgeving. Het is dan ook noodzakelijk om middelen ter beschikking te hebben die dat mogelijk maken. Sedert de 1ste editie is er een zeer grote toename van de regionale wetgeving, vooral dan in bestuursrecht en fiscaal recht, en kunnen we ook niet meer verder zonder de Europese wetgeving bij de hand te hebben. Dit vereist een geordende structuur waarin snelle opzoeking mogelijk is: een wetboek. De voortdurende wijzigingen in de diverse materies vereisen constante actualisering. Losbladige publicaties en wetboeken kunnen daar een antwoord op bieden, maar welke jurist heeft vandaag nog de tijd en de moed om dit gedisciplineerd bij te houden? Eén vergissing bij inlassing of verwijdering volstaat om het boek onbetrouwbaar te maken. Met een jaarlijkse nieuwe editie met duidelijke afsluitdatum wordt het gevaar van onvolledigheid of foute klassering opgevangen.
Het wetboek bevat tijdelijke coronawetgeving. In de Notariswet werd een bepaling over de digitale volmacht ingevoerd. Kunt u daar iets meer over vertellen?
Bijzondere tijden leiden naar vernieuwende initiatieven. Om te vernieuwen, moeten soms blijkbaar onwrikbare beginselen wijken. De digitale volmacht is daar een duidelijke illustratie van. Een akte wordt bij de notaris getekend en de ondertekenaars en de partijen zijn samen aanwezig bij de notaris, die ‘de visu et auditu’ deze aanwezigheid vaststelt en op papier vastlegt. De akte heeft een bijzonder waarheidsgehalte: de notaris heeft vastgesteld wie de partijen zijn en heeft vastgesteld dat zij samen met hem tekenen. Tijdens de lockdown was persoonlijk contact tussen partijen en notaris niet altijd mogelijk en werd gekozen voor een ‘teleconferentie’ tussen notaris en ondertekenaar, ieder in ‘zijn eigen kot’. De notaris stelt vast wie hij digitaal op beeld ontmoet en de ondertekening vindt digitaal plaats. De vaststelling door de notaris is dus niet langer echt ‘de visu et auditu’. De authenticiteit van de akte, in dit geval de volmacht, wordt enkel vastgeklonken aan de ondertekening door de notaris en niet langer aan de lichamelijke aanwezigheid van de partijen bij de notaris. Het gaat om een tijdelijke maatregel, maar de toon is gezet. Wij zijn wellicht definitief op weg naar de akte op afstand. De digitale benadering van de waarachtigheid van het verlijden van de akte is voor de notarissen geen evolutie maar een revolutie.
Waarom mag dit wetboek niet ontbreken in een notariaat?
Het zou ijdel zijn hier te pleiten voor de onmisbaarheid van het wetboek dat ik samenstel. Ik kan alleen maar uit eigen ervaring spreken. Ik kan niet werken zonder wetboek. Misschien is het beter te spreken van een werkboek. Van bij de eerste editie heb ik vanuit mijn eigen ervaring de wetteksten verzameld die ik zelf snel en efficiënt moest kunnen terugvinden. Het bleek aan een nood te beantwoorden die ook bij collega’s werd aangevoeld. Een jurist moet de wetgeving die hij iedere dag nodig kan hebben, bij de hand hebben. Het laatste examen is nog maar pas afgelegd, de inkt op het diploma is nog nat, of het Belgisch Staatsblad bevat al een uitnodiging om de verworven kennis bij te werken. Iedere jurist zit met hetzelfde probleem: hoe houd ik mijn kennis up-to-date en waar vind ik het materiaal? Om daaraan tegemoet te komen, worden themawetboeken samengesteld. Het notarieel wetboek was een van de eerste themawetboeken. In een notariskantoor dienen de notarissen en hun medewerkers de nodige werkmiddelen ter beschikking te hebben en een wetboek hoort daarbij. Een themawetboek is gemakkelijker toegankelijk dan de traditionele wetboeken.
"Er was, nog niet zo erg lang geleden, een tijd dat men nog met één dik wetboek voor het notariaat aan de slag kon gaan. Nu, 27 edities later, moet een notaris bijna 5000 bladzijden wetteksten, 4 boekdelen, bij de hand hebben. Dat is niet mogelijk zonder structuur. Een gedrukte codex, een werkboek, helpt om teksten terug te vinden, te raadplegen en te situeren in het groter geheel. We zijn zeker op weg om meer en meer beroep te doen op digitale raadpleging, maar we blijven wel vasthouden aan de structuur van een wetboek.
Een goed gestructureerd papieren wetboek blijft onmisbaar in elke notariële praktijk."
Het wetboek bevat nu al 4 boekdelen en een registerboekje, samen 4826 pagina’s aan wetgeving. Er lijkt elk jaar meer en meer wetgeving bij te komen. Ook de regionalisering neemt toe. Hoe zorgt u er als samensteller van het wetboek voor dat het boek alle relevante wetgeving bevat? Hoe maakt u de selectie en welke rol speelt de adviesraad daarin?
Oorspronkelijk was het de bedoeling zoveel mogelijk informatie op bereikbare wijze te bundelen. Dat blijft het hoofddoel, maar ondertussen heeft een wetgevende tsunami geleid tot meer dan een verdubbeling van het aantal teksten en de groei van de omvang van het wetboek. De bijstand van de adviesraad bij de controle van de selectie is onmisbaar. De adviseurs doen meer dan hun naam lenen: zij zijn actieve en creatieve medewerkers. Ik ben hen zeer dankbaar en ik hoop dat de gebruikers van het wetboek het belang van hun actieve inzet waarderen. Niet alleen de kwaliteit is belangrijk, ook het gevecht met de omvang van de toepasselijke wetgeving is een uitdaging. Er is vooreerst de regionalisering, die ertoe geleid heeft dat we in het deel bestuursrecht en het deel fiscaal recht moesten overstappen naar een rangschikking per regio, zodat de gebruiker sneller zijn weg kan vinden in de wetgeving die in een regionaal gekoppeld dossier van toepassing is. Daarbij komt dat nieuwe wetgeving niet altijd tot het volledig opheffen van de bestaande wetgeving leidt; daarmee is dan het probleem van de uitdovende wetgeving ontstaan. Maar daarmee is een wetboek niet meer volledig: de Europese wetgeving is ook doorgedrongen tot de materies die de notaris aanbelangen. In de 27e uitgave hebben we dan ook gekozen voor een nieuwe ordening in het deel internationaal privaatrecht, met bijzondere aandacht voor de Europese bronnen. De coronamaatregelen maakten het allemaal nog wat complexer. We hebben dan beslist om ook de tijdelijke wetgeving in de systematiek op de juiste plaats op te nemen. De studie van het recht is een ‘never-ending story’ en de samenstelling van het wetboek is dat dus ook.

Over André Michielsens
- Notaris te Wijnegem (van 1982 tot 2015)
- Erevoorzitter van de conferentie van notarissen van Antwerpen
- Voormalig voorzitter Kamer van het Genootschap van notarissen van Antwerpen
- Erevoorzitter van de Nationale Kamer van Notarissen
- Erevoorzitter van de raad van het Europees Notariaat
- Erevoorzitter van de Notariële Zekerheid
- Voormalig onderwijsprofessor VUB
- Eredirecteur opleiding notariaat VUB
- Ereplaatsvervangend vrederechter
- Ombudsman voor het notariaat
- Editor Notarieel Wetboek
- Hoofdredacteur Notarieel Fiscaal Maandblad
- Editor Notarieel Zakboekje
Ontdek het Notarieel wetboek
‘Het Notarieel Wetboek’ is het onmisbare werkboek voor de notariële medewerker.