De afgelopen jaren brachten enkele belangrijke wijzigingen in het Belgische procesrecht, onder meer wat verstek en verzet in burgerlijke zaken betreft. Aangezien er jaarlijks talloze verstekvonnissen gewezen en invorderingsprocedures gevoerd worden, kon een onderbouwde en praktische gids over de materie niet uitblijven. Auteur Sven Mosselmans geeft tekst en uitleg bij zijn laatste pennenvrucht, Verstek en verzet in het civiele geding, verschenen in de reeks Algemene Praktische Rechtsverzameling.
Welke recente wetswijzigingen gaven aanleiding tot het schrijven van dit boek?
Sven Mosselmans: Het boek ligt in lijn met een reeks wijzigingen die de zogenoemde ‘Potpourriwetten’ in de jaren 2015-2020 in het Belgische procesrecht hebben doorgevoerd. Een cruciale wijziging betreft de taak van de rechter bij verstek, die vlotter dan voordien de afwezige procespartij in het ongelijk kan, en in de regel zelfs ‘moet’ stellen. De tegelwijsheid dat afwezigen ongelijk hebben, geldt meer dan ooit, ook in het Europese procesrecht. Een andere cruciale wijziging betreft de regelgeving op het stuk van voorlopige uitvoerbaarheid van eerstelijnsbeslissingen, niettegenstaande de aanwending van een rechtsmiddel. Gelet op een en andere wijziging diende de rechtspraak zich aan te passen, wat niet moeiteloos is verlopen.
"Afwezigen hebben meer dan ooit ongelijk, ook in het Europese procesrecht.”
Hoe is uw boek opgevat?
Sven Mosselmans: Het boek bevat in een eerste deel (1) een substantiële bespreking van de versteksituatie en het verstekvonnis en (2) vervolgens een uitgebreide analyse van de actuele taak van de verstekrechter in vergelijking met de taak van de rechter in geval van tegenspraak. Alle facetten van het proces worden doorlopen, gaande van (1) de inleiding met de controle van de oproeping van de procespartijen over (2) de rechtsmacht en de bevoegdheid en (3) de toelaatbaarheidsvereisten tot (4) de grond van de zaak. Alle relevante rechtspraak wordt daarbij verwerkt.
Het tweede deel omvat een substantiële bespreking van het rechtsmiddel verzet, dat, gelet op een eens te meer cruciale wijziging, nog enkel kan dienen tegen niet-appellabele verstekvonnissen. Het bedoelde tweede deel gaat meer precies over (1) het recht op verzet, (2) de rechterlijke beslissingen vatbaar voor verzet, (3) de titularis van het recht op verzet, (4) de verzetstermijn, (5) de rechtsingang, (6) de bevoegde rechter, (7) het register van verzetsakten, (8) de gevolgen van het verzet en (9) het verzet in hoger beroep.
Het boek behelst in een derde deel de gedingkosten bij verstek en verzet. Een vierde deel handelt over verstek en verzet in het Europees procesrecht. Een vijfde en laatste deel betreft verstek en verzet in het licht van invorderingsprocedures.
Wat is uw doelpubliek?
Sven Mosselmans: Het boek wil de dagelijkse rechtspraktijk dienen. Jaarlijks worden ontelbare verstekvonnissen gewezen en invorderingsprocedures gevoerd. Alle betrokkenen, met inbegrip van de verstekrechter, vinden hun gading in het boek, dat ze raadplegen aan de hand van een zorgvuldig samengesteld trefwoordenregister.
“Dit boek dient de dagelijkse rechtspraktijk. Alle betrokkenen vinden er hun gading in.”
Waarom verscheen het boek in de Algemene Praktische Rechtsverzameling?
Sven Mosselmans: Het boek draait rond de trefwoorden ‘verstek en verzet in het civiele geding’, die aanleiding hebben gegeven tot een alomvattend overzicht van de problematiek met verwerking van alle bijhorende rechtspraak en rechtsleer. De taak van de rechter komt zeer uitvoerig aan bod, zo ook het invorderingscontentieux, mede in een internationale context. Het complexe procesrecht wordt op de meest praktische wijze uit de doeken gedaan.


Sven Mosselmans is Raadsheer in het Hof van Cassatie en praktijklector aan de KU Leuven. Hij schreef tal van wetenschappelijke publicaties rond onder meer procesrecht en privaatrecht en maakt deel uit van diverse redactie- en adviesraden, onder meer die van Algemene Praktische Rechtsverzameling.

Verstek en verzet in het civiele geding is een praktijkgericht en onderbouwd naslagwerk en biedt, mede in het licht van de meest recente (cassatie)rechtspraak, een actueel overzicht van de taak van de rechter in het civiele geding. Het focust op de taak van de rechter bij verstek in verhouding tot diens taak in geval van tegenspraak.